Aannames en uitgangspunten voor de eerste berekening

U heeft een eerste inschatting ontvangen van uw pensioen in de nieuwe pensioenregeling. Naar verwachting ontvangt u in juni 2026 opnieuw een berekening van uw pensioen in de nieuwe regeling. Deze tweede berekening baseren we op de daadwerkelijke verdeling van het fondsvermogen. In deze tweede berekening ziet u ook het kapitaal waarmee u bent gestart. 

We hebben de eerste berekening gebaseerd op een aantal uitgangspunten en aannames. Dit zijn de belangrijkste: 

Geen veranderingen in de pensioenregeling tot uw 68e 

We gaan er bij de berekening vanuit dat de regeling die vanaf 1 januari 2026 geldt niet meer verandert. Dat betekent ook dat we ervan uitgaan dat de afspraken over de inleg voor uw pensioen niet veranderen. In de praktijk kan het zijn dat de pensioenregeling na verloop van tijd weer aangepast wordt of dat de wettelijke verplichtingen veranderen.

Geen veranderingen in uw privé situatie

We zijn er voor de berekening vanuit gegaan dat u niet arbeidsongeschikt wordt, uit dienst gaat, gaat scheiden of overlijdt. Heeft u echter geen partner (of is geen partner bij ons bekend), dan zijn we er voor het partnerpensioen wel vanuit gegaan dat u mogelijk een partner heeft op het moment dat u uw pensioen laat ingaan. Is dat op het moment dat u uw pensioen laat ingaan niet zo? Dan valt het pensioen voor uzelf hoger uit.

Bouwt u op 1 oktober 2025 pensioen op bij Pensioenfonds Zuivel? Dan gaan we er vanuit dat u tot uw 68e pensioen blijft opbouwen bij Pensioenfonds Zuivel.   

Mogelijk laat u uw pensioen eerder of later ingaan dan deze leeftijd. Uw pensioen valt dan anders uit.    

Datum waarop de eerste berekening is gebaseerd

De eerste berekening is gebaseerd op de financiële situatie op 30 juni 2025. Verder kijken we naar de stand in de administratie (uw persoonsgegevens en de gegevens met betrekking tot uw werk) op 1 oktober 2025. Deze data liggen enkele maanden voor de datum van de daadwerkelijke overgang naar de nieuwe regeling. Alle veranderingen na 1 oktober 2025 hebben we niet zijn meegenomen bij de berekening. Veranderingen na die data kunnen van invloed zijn op de hoogte van uw pensioen.

Op 1 januari 2026 kan een aantal zaken anders zijn, waardoor de tweede berekening anders uitvalt:

  • De waarde van het vermogen dat Pensioenfonds Zuivel beheert kan hoger of lager zijn dan de waarde op 30 juni 2025.
  • De rente kan hoger of lager zijn dan op 30 juni 2025
  • Mogelijk is er na 1 oktober 2025 iets veranderd in uw werksituatie (bijv. uit dienst, ander inkomen)
  • Mogelijk is er na 1 oktober iets veranderd in uw privésituatie (bijv. gescheiden)

Ontwikkelingen in de toekomst

Bij de berekening van de bedragen rekenen we met de ‘uniforme rekenmethode’. Alle pensioenfondsen in Nederland gebruiken die methode, waardoor bedragen vergelijkbaar zijn. We berekenen uw verwachte pensioen en uw pensioen als het heel erg meezit en heel erg tegenzit aan de hand van een tabel. De Nederlandsche Bank levert elk kwartaal een update van deze tabel aan. De tabel bevat 2.000 scenario’s voor de toekomst. Elk scenario bevat een combinatie van een bepaalde ontwikkeling ten aanzien van het rendement op de aandelen, de rente en de stijging van de prijzen. De scenario’s lopen uiteen van uitzonderlijk positief tot uitzonderlijk negatief. We tonen het verwachte pensioen, het pensioen als het heel erg meezit en het pensioen als het heel erg tegenzit op basis van de uitkomsten in al deze scenario’s.

De eerste berekening is gemaakt met de tabel (scenarioset) die gold op 1 oktober 2025. De tweede berekening die u na de overstap ontvangt, maken we met de tabel die op 1 januari 2026 geldt.

We gaan bij de bedragen mét koopkracht vanuit dat de prijzen stijgen én uw salaris geleidelijk stijgt

Om een goed beeld te geven van uw pensioen mét koopkracht, kijken we naar de verwachte stijging van de prijzen. We gebruiken hiervoor een tabel van De Nederlandsche Bank. We houden ook rekening met een stijging van uw salaris tot uw 68e. Daardoor stijgt de inleg voor uw pensioen elk jaar een klein beetje. Zo zorgen we ervoor dat het pensioen mét koopkracht zo realistisch mogelijk beeld geeft.

Het omrekenen van het (verwachte) kapitaal naar een pensioen

We berekenen met de tabel van de Nederlandsche Bank (zie het eerdere punt) uit wat het  verwachte kapitaal is op uw 68e. Alle 2000 uitkomsten hebben we omgerekend naar een pensioen. Deze 2000 pensioenen hebben we op een rij gezet. De 100e uitkomst, de 1000e uitkomst en de 1900e uitkomst tonen het pensioen als het heel erg tegenzit, het verwachte pensioen (de middelste uitkomst) en het pensioen als het heel erg meezit.

Bij het omrekenen van een kapitaal naar een pensioen, werken we met een ‘inkoopfactor’. Deze hangt onder andere af van de rente, de verwachte opbrengst van de beleggingen in de toekomst, de verwachte stijging van de prijzen in de toekomst, de levensverwachting en – in de toekomst – de verhogingen en verlagingen die we nog moeten verwerken (zie de uitleg over het verdelen van de verhogingen en verlagingen over meerdere jaren). Ook al zijn er nu nog geen verhogingen en verlagingen, we hebben al wel een inschatting gemaakt van de verhogingen en verlagingen in de toekomst.     

Heeft u vragen over de uitgangspunten en aannames voor de eerste berekening?
Neem dan gerust contact met ons op.